Veel mensen denken dat judo een vechtsport is maar eigelijk is het een verdedigingssport.  je leert jezelf te verdedigen, ook leer je valbreken.

je hebt wel veel regel bij judo zoals:

 

  • Alleen zonder pijn is het fijn.
    Alles wat pijn kan doen is verboden 
  • Stop is stop.
    Je moet direct stoppen als er wordt afgeklopt. Dat mag niet in het gezicht want….. 
  • Niet in het gezicht verplicht.
    Je mag niet met je hand(en) of voet(en) in het gezicht van de andere judoka komen. 
  • Geen hoofd wordt geroofd.
    Je mag nooit alleen maar het hoofd vasthouden van de ander. 
  • Beter aaien dan klemmen of verdraaien.
    De grepen en worpen die het minst veilig zijn, mag je alleen leren gebruiken als je lang genog op judo zit. 
  • Judo doe je alleen op de judomat.
    Niet op straat dus.
  • Je moet schoon zijn en niets dragen of doen wat gevaarlijk kan zijn voor jezelf of voor anderen.

 

voordat je begint met judoén groet je eerst naar je leeraar/lerares daarna naar jigoro kano.

jigoro kano is de opstichter van judo aan hem hebben we deze mooie sport te danken, daarom hangt in iedere dojo (judozaal) een foto van hem daar groet je naar.

 

 De laagste score in een wedstrijd is een yuko, 5 judopunten Een waza-ari-score levert je 7 judopunten op, je kunt niet meer dan twee keer in een wedstrijd een waza-ari scoren. De tweede keer zegt de scheidsrechter waza-ari-awa-sete-ippon (samen ippon) Een ippon is de hoogste score die je in een partij kunt behalen, 10 judopunten. Als een judoka een ippon heeft gescoord, is de wedstrijd afgelopen.


Een wedstrijd begint als de scheidrechter hajimé roept. Als hij maté roept, wordt er even gestopt en bij sore made is de wedstrijd afgelopen.